Vriendin H belt, ze is gedropt bij het hek van de jachthaven waar wij de nacht hebben doorgebracht. Ik ben net op weg naar de Dirk, er moeten flessen drank komen. Eén fles is voor de havenmeester, hij bood vanochtend G aan de fijne kneepjes van het achteruit inparkeren te leren. Ik haal H op bij het hek, ze is goed met drank, kan ze mooi helpen kiezen.

We hebben een mooie dag voor de boeg met een tocht over de Drecht en over de Amstel. De bestemming is Uithoorn waar vriend S op ons zal wachten. We zijn goed bezig met ons drieën, zo leren we dat niet alle bootvaarders de kleur van de lichten snappen bij de bruggen. En dat terwijl de codering toch zo mooi aansluit bij wat we gewend zijn in het verkeer. Ook op het water staat rood voor stoppen en groen voor gaan met die banaan. Bij de spoorbrug mogen wij als eerste, maar de tegenliggers, een stoet van negen boten, zijn al gegaan en daar is niets meer aan te doen. Komt het lesje van de havenmeester vanochtend even goed uit! G is in zijn nopjes. Vrolijk zwaaien we naar de colonne voorbijvarende bootjes en gooien ze een paar tomaatjes toe voor onderweg.

Uithoorn blijken we nog te kennen, de restaurantjes langs de kade, de verleidelijke brug naar de overkant waar eigenlijk alleen auto’s overheen mogen, het loopje naar de supermarkt, alles is nog krek hetzelfde als elf jaar geleden. Alleen jouweigenmarktkraam.nl is nieuw, hier kun je je knutsels en je oude meuk laten verkopen door professionele marktkooplui. Een kraampje huren voor een week kost een paar centen, maar de opbrengst is geheel voor jezelf. Vreemd. Ik stap naar binnen. ‘Is dit wel het optimale verdienmodel? Doen de marktkooplui niet harder hun best als ze beloond worden voor elke verkoop?’ vraag ik aan de manager.

Hij staat met zijn duimen onder de oksel, de voeten wijd uit elkaar, de knieën licht gebogen. Voor hij antwoordt steekt hij zijn kin nog een beetje verder naar boven en kijkt over me heen: ‘Leest u Bijna Alle Mensen Deugen eens mevrouw, daarin staat beschreven hoe je al het professionele plezier om zeep helpt met bonussen.’

O ja, Rutger Bregman heeft een hoofdstuk over intrinsieke motivatie, hoe kan ik iets vergeten waar ik het zo vreselijk mee eens ben. Gek eigenlijk dat de manager zichzelf niet overbodig heeft gemaakt als hij fan is van Rutger. Mijn hoofd brekend over deze raadsels loop ik terug naar ons plekje aan de kade, recht tegenover de Griek. S komt aangewandeld, we sluiten de dag af met ouzo en olijven.

Bus 340 heeft tien minuten vertraging, maar dan heb je ook wat. Twee jonge fraaie vrouwen stappen uit bij bushalte Centrum in Uithoorn, toevallig zijn het mijn dochters B en J. Ze varen een paar daagjes met ons mee, wat hebben we toch een geluk.

Behalve sturen hoeven we weinig te doen op het volgende stukje Amstel, bij de afslag naar de Waver liggen schoonzus L en haar man T op ons te wachten. Een tijdje terug hebben ze een oude reddingsboot gekocht, windhooswaardig, je kunt er alle oceanen mee bevaren. Vandaag loodsen ze ons naar hun eiland op de Vinkeveense plassen. Geen overbodige luxe, de Waver is supersmal, frequent en laag overbrugd en alles moet open. Bij de Proostdijersluis moeten we anderhalf uur wachten. De sluis is maar vijfentwintig meter lang en vijf meter breed, daar kan niet veel in terwijl tout Amsterdam met drijfvermogen vandaag naar de plassen wil. Als we aanleggen voor de sluis kunnen we mooi even een klein stukje wandelen van het Noord-Hollandpad. Zo, maar dat is me een leuk pad over grasdijkjes en door weilanden met echt vee. Goed dat we geen hond bij ons hebben, want die mag niet mee, daar kunnen de koeien niet tegen.

Het is tijd om weer aan boord te gaan, we zijn aan de beurt voor de sluis. Ik durf nu bovendeks te blijven met mijn ogen open, alles loopt weer goed af. Bijna elke sluis heeft een aanpalend terras, er is altijd wel een uitbater die kansen ziet in gratis spektakel. Bij de Proosterdijer is dat de eigenaar van café-restaurant Bon. Trots zwaaien wij naar de klanten op het terras, het meisje van de bediening herkent schoonzus L die voor vanavond een tafel heeft gereserveerd voor ons allen. Ze krijgt vast niet veel fooi. ‘Tot vanavond!’, roept ze, zeldzaam intrinsiek enthousiast.

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

5 reacties

Laat een reactie achter