We vliegen om kwart voor vijf. Dat geeft alle ruimte om lekker te stressen. Weliswaar is mijn vliegangst samen met mijn doodsangst enige jaren geleden verdwenen, maar dan zijn er nog vele andere zaken om mij flink druk over te maken. Levensgezel steek ik aan door twee struikelpartijen op weg naar Schiphol. Gelukkig stapt onze jongste dochter in onze trein op station Leiden: ze gaat gezellig mee op stedentrip. Ze weet nog hoe dat gaat, reizen met haar ouders immer gestrest op de heenreis en lacht er aanstekelijk om.
‘Hoeveel tijd hebben we nog?’, vraag ik als ik de massage stoelen in het vizier krijg. Acht minuten rollebollen voor 4 euro, komaan, dat is te geef. Ik besteed ze en voel me een stuk beter.

Het hotel aan de Kurfürstendamm piept en kraakt. De traptreden zijn gerepareerd met verkrummeld ducttape, de kamers hebben sfeer en hoge plafonds: we voelen ons er direct thuis. Als we op weg naar buiten en op zoek naar eten van het bordes struikelen, vallen we in de armen van de vietnamese ober. Een teken!
In het schijnsel van de Keizer Wilhelm herdenkingskerk bekomen wij uitstekende verse lenteloempiaatjes en Tom Xoo curry. Ondertussen komen er verontrustende appjes binnen: onze kandidaat voor het Euro Song festival wordt bedreigt met uitsluiting. O, nee! En al die verwachtingsvolle Nederlandse kindertjes dan? Die worden nu misschien beroofd van een heel leuke avond. Mijn reisgenoten vinden dat ik overdrijf. Zij denken dat de hedendaagse kindertjes hun schoudertjes ophalen en hun huiswerk gaan maken.
Ik wil een wedje leggen, maar wordt afgeleid. Tegenover ons terras wordt net een clip opgenomen van een gespierde jongen met ontbloot bovenlijf, rappend tussen dure auto’s. De inwoners van deze hoofdstad zijn wel wat gewend maar toeristen zoals wij blijven staan.
Bolgegeten waggelen we nog een stuk de Ku’damm af. Vanonder het afzethek worden we nauwlettend in de gaten gehouden door zes paar glinsterende oogjes. We doen net of we ze niet zien en lopen rustig door. Ratten vind je immers overal in Europa.

Terug in onze kamers is er nog geen uitsluitsel over de dreigende uitsluiting. Levensgezel propt WC rollen in zijn mouwen en danst koddig rond om me te laten lachen. Wat aardig lukt.

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.