12 mei 2024
Mutti tag! We ontbijten op de vlooienmarkt in het Mauerpark. Het is druk bij de kraampjes met brillen, petten en LP’s, maar de sfeer is zo gemoedelijk dat geen bezoeker overprikkeld raakt. Het onderhandelen bij onze aanschaffen verloopt volgens de boekjes: de verkoper speelt de rol van sloeber die het vel over de oren wordt getrokken, maar geeft de korting vlot genoeg zodat je niet van je aankoop áfziet. Zelfs de politie in deze stad speelt het spel rustig en charmant. Aan de rand van het park is muziek te horen. Als de karaokezanger bijna aan het eind is van zijn Bohemian Rapsody krijgt hij een sympathieke klap op zijn schouder van een diender die zijn hand net lang genoeg laat liggen om duidelijk te maken: ‘Dit mag je nog uitzingen, maar daarna gaat het volume drastisch omlaag.’We pakken de metro naar een ander stadsdeel. Het Urban nation museum toont met moderne kunst wat er allemaal mis is in de wereld. Geen oplossingen. Geen humor, hoop of vertrouwen. Dat trek ik niet langer dan één uur. De bovenverdieping moeten mijn reisgenoten zonder mij bekijken.
Het is twintig minuten lopen naar de Hauptstrasse 155. Hier woonde David Bowie eind jaren ’70. Na een slechte periode in LA slaagde hij er in deze stad uiteindelijk in van de cocaïne af te blijven en maakte geweldige muziek. Er hangt een plaquette op het gebouw waar je bij kunt staan en iemand een foto kunt laten nemen. Je kunt ook eerst de tijd nemen en je proberen voor te stellen hoe het hier was, 40 jaar geleden. Óf je bestelt een biertje in de kroeg twee huizen verderop. Dat deed David Bowie namelijk zelf ook, al dan niet samen met Iggy Pop. En dan zijn we ineens, uit het niets, heel moe. We zoeken, net als vroeger, een parkje met chillgras, spreiden onze jassen uit en leggen ons neder. Dochter en levensgezel zijn zo vertrokken, maar ik lig niet lekker. Wat ik ook doe, benen plat of links of rechts opgetrokken, het lukt me niet, verdorie, het gras is te hard. De waarheid dringt onverbiddelijk door: ik ben te verwend voor chillgras, ik ben een prinses op de erwt. Wat nu?