Een bekeerde kennis heeft me eens verteld over zijn plotselinge inzicht dat Jezus bestaat. Het moet hetzelfde gevoel zijn dat ik heb nu ik op de terugweg ben van de Co-op naar Seaview. Opeens voel ik waarom zoveel Britten voor de Brexit hebben gestemd. Of het nou door die keurige huisjes met de dure auto’s voor de voortuin komt of door het zicht van de vroege ochtendzon op de zee, dat weet ik niet, maar ik word overspoeld door een gemixt gevoel van superioriteit en afgeslotenheid. Ik denk dat dit is wat veel Britten voelen. Ze kunnen doorgaan met het kweken van hun neusloze hondjes, hun schapen en hun rozen en eeuwig cricket spelen op hun eiland. Hebben ze daar ingewikkelde banden met het vasteland voor nodig? Welnee, weg ermee.
Vol van mijn zojuist bekomen inzicht kom ik thuis met brood en sojamelk en probeer G en B mijn beleving over te brengen. Ik hoef niet zo ingewikkeld te doen, ze vertellen me dat zij dat al maanden eerder hebben gehad. Ze beweren dat het wegebt en dat je na een tijdje weer gewoon niets van de Britten begrijpt.
We wachten bij de halte op de bus naar het centrum van Brighton, tot mijn grote verbazing stopt er een dubbeldekker. Ik heb mijn leven lang gedacht dat die voertuigen uitsluitend in Londen rondrijden als toeristisch vermaak. Maar de inzet van deze vervoermiddelen in het OV systeem van de UK is bloedserieus, opeens zie ik ze overal rijden. We gaan boven en helemaal voorin zitten, een volstrekt onverantwoordelijke plek, als de chauffeur een noodstop maakt, ben je al je voortanden kwijt. Maar wat een heerlijke plek om uit te kijken over het Teletubbie gebeuren van Oost Sussex om vervolgens kalmpjes hip Brighton in te rijden.
We horen muziek, tijd om uit te stappen. Het kerkorgel wordt prachtig dramatisch bespeeld in de St Bartholomew kerk, we gaan naar binnen. Het eerste waar mijn oog op valt zijn gele en oranje post-its op een groot bord met de tekst: ‘No ideas of your own what to pray for?’ Ik ben erg benieuwd wat er op die briefjes staat maar iets weerhoudt me mijn leesbril te pakken en op mijn neus te zetten. De kapelaan die ons zo vriendelijk welkom heet heeft vast door dat ik niet van het bidden ben.
We gaan verder en komen langs afhaalrestaurant ‘Dutch Pot’. De plaatjes doen denken aan een bestelservice van Nederwiet, maar het blijkt om Jamaicaanse take-away gerechten te gaan. We lopen de lanes in, de kleine, kleurige straatjes met kunstige winkeltjes. Brighton is superhip, het is veggie voor, veggie na, vintage voert de boventoon. We drinken koffie in de Post & Telegraph, een ouderwets ogend grand café waar je een aparte kaart kunt krijgen als je obese en ontevreden bent. Er staan tips op zoals dat je beter geen french fries kunt nemen als side dish en dat je goed je calorieën moet tellen. Het personeel heeft walkie-talkies in de broekriem hangen, maar geven aanwijzingen gewoon schreeuwend aan elkaar door. Als je aan tafel bediend wil worden moet je een app downloaden. Naast ons zit een oudere man met een rode leesbril. Hij beschikt niet over de app, hij staat steeds op om een nieuwe pint te halen bij de bar. Met grote slokken houdt hij zichzelf kalm bij het bekijken van zwart-wit dansfilmpjes op zijn laptop. Vast filmpjes zijn van zijn geliefde vrouw die hem te vroeg is afgenomen.
Als we zigzaggend langs het chillgras bij het Royal Palace uitkomen bij het strand, prijkt daar Brighton’s pier. Een halve kilometer kermisvertier recht de zee in, aan beide kanten genoeg gestreepte ligstoelen om elke vermoeide wandelaar tijdelijk in op te vangen. Wij maken er gebruik van met de bedoeling onze indrukken van Brighton te vergelijken. Ver komen we niet. We voelen de warmte op ons gezicht, we strekken de benen en doen de ogen toe vanwege het felle zonlicht. Het laatste dat ik zie is een bejaarde vader met zijn zoon. Ze lijken niet alleen sprekend op elkaar, ze hebben ook dezelfde outfit aan, blauwe broek, kaki shirt en dito cap. Het oogt zo nieuw, ik denk dat ze net zijn wezen shoppen. Vast geholpen door een van die hippe grietjes die iedereen aanspreken met ‘love’. Het staat ze goed, tevreden stappen ze mijn blikveld uit.
‘s Avonds na het diner haasten we ons naar ‘The Mesmerist’ en bestellen Orchard Thieves. We willen niks missen van the Jones Street Boys, de aankondiging belooft ‘a blend of Rock n roll, Western swing, New Orleans and jive in their own raucous and energetic style’. Punctueel zijn ze niet, de Boys, op het beloofde begintijdstip staat er één instrument op het podium en zijn ze zelf nog nergens te bekennen. Kunnen we mooi de rest van de clientèle bekijken in deze lgbtq kroeg. Er wordt wat afgedated hier en niet alles verloopt even gezellig. In het vrouwentoilet hangen posters met wat je moet doen als je Tinder- of Grindr-date creepy is, of misschien iemand anders’ profiel heeft gebruikt. Je wordt dan geadviseerd bij de bar te vragen naar ‘Angela’. Dit codewoord staat garant voor een taxi bij de achteruitgang waar je door het personeel op geheime wijze naartoe wordt geloodst.
B en ik sturen G naar het mannentoilet, we willen weten wat daar op de posters staat. Wat een deceptie als hij terugkomt met de melding dat er helemaal geen poster hangt! Hoe niet lgbtq kun je zijn? The Jones Street Boys peppen ons weer op en later worden we helemaal blij als we weer een hoge plaats in de dubbeldekker weten te bemachtigen, zo kunnen we met het klimmen door de bus genieten van steeds meer Brighton’s feestelijke lichtjes. De ronde chauffeur moet hard lachen als onze tickets niet willen bliepen en laat ons gewoon doorlopen. Halverwege de rit zet hij de motor uit. Tijd voor een pafke. Een stel youngsters lopen verheugd achter hem aan naar buiten, ze krijgen allemaal een peukie als ze beloven geen klacht in te dienen bij de busmaatschappij. Van een van zijn klanten koopt hij nog een schoonmaakborstel en steekt hem in zijn borstzak voor hij de bus weer instapt en de motor start. Brighton, I love it!
Hoe je haast terloops Brexiteer kunt worden, denken dat je
genezen bent, en het tóch blijven. Het blijkt in dit fraaie verhaal goed te kunnen.
🙂