‘Snel, je zus slaapt nog’, zeg ik tegen B, ‘laten we het OV spel spelen!’
Dochter J verslaat mij alle keren met zoveel overmacht dat ik het niet meer met haar wil OV’en. Kinderachtig, ik weet het, maar daar ben ik niet te chic voor. Soms heb ik een zege nodig en nu zie ik mijn kans schoon.
B glimlacht en pakt het doosje.
We pakken de metro om B opnieuw het oude centrum te laten zien, dit keer bij daglicht. Ik sjok een beetje achteraan. J laat zich zakken tot ze naast me loopt.
‘Wist je dan niet dat B OV-kampioen is?’
‘Nee, ik dacht dat jij dat was’, mompel ik somber.
Als we boven komen uit de krochten van de metro worden we verwelkomd door El Corte Ingles. Wie wilde ook weer een colbertje? Er staat nogal wat op ons lijstje, de markthal, het zijdemuseum, de kathedraal zijn het absolute minimum. Durven we het warenhuis wel in? Na kort overleg besluiten we ervoor te gaan. En al snel weten we: we kunnen het nog, snelwinkelen. Met de bionische stormram vooruitgestoken baan ik ons een weg naar de mannenafdeling. We splitsen op en komen weer samen, alles gericht op efficiëntie. Slechts 2 stops onderweg met 4x scoren zonder te passen kost ons nog geen 20 minuten. Ook het mannenjasje hebben we snel binnen, high fives, we kunnen naar buiten.
‘Waar ben je nou precies gevallen?’, vraagt B als we bij de grote markthal zijn. Ze geeft toe een ramptoerist te zijn. We nemen haar mee naar het steegje, trots wijs ik op de plassen opgedroogd bloed en laat de kuil in het wegdek zien waar ik met mijn linkervoet in ben blijven haken. B bestudeert het aandachtig. Dan knikt ze als teken dat we verder kunnen. In alle rust werken we het programma af, tussendoor laat J de 3 adressen zien waar ze verbleef. We komen in een demonstratie terecht van Spanjaarden die tegen de amnestie plannen van de regering zijn. Boze mensen met Spaanse vlaggen over de schouder zingen strijdliederen.
We zoeken een prikkelarme plek en kiezen een terras net buiten de drukke straten. We lunchen zoals de Spanjaarden doen, met alles erop en eraan. Paella, tapas, salades, cocktails ‘Agua de Valencia’.
Rozig laten we aan het eind van de de metro links liggen en lopen alle Turia tuinen af naar huis. Wat goed dat de Valencianen Franco’s plan hebben verijdeld om de drooggelegde rivier te asfalteren. Dit zou iedere stad moeten hebben: een groene gordel met speelplekken, koffietentjes en bruggen die het verkeer weghouden en schaduw bieden.
‘Doe je mee met OV?’, vragen mijn dochters. We zitten aan de grote tafel in ons appartement die vol staat met lekkere hapjes. Onze laatste maaltijd samen want levensgezel en ik hebben morgenochtend een heel vroege vlucht terug. Ik loop naar mijn slaapkamer en roer in mijn koffer. Gelukkig, het zit er in: Codenames.
‘Ander voorstel!”, roep ik alvast.