Hittegolf in Nederland en dan naar de Parade

Mijn lege rugzak is zwaarder dan normaal. Ik zou graag schrijven dat er files zijn op de schaduwkant van de stoep, maar het tegendeel is waar, de straten zijn opvallend leeg. Er is nauwelijks geluid, de vogels vliegen niet, ze fluiten niet. Heel in de verte hoor ik een tram rijden, verder niets. De eerste hittegolfdag in voorstad Voorburg heeft alles lamgelegd.

In de buurtsuper draait de airco op volle toeren, er is maar één kassa open. De mensen voor me in de rij bespreken tactieken om hun smeltboodschappen op tijd thuis te krijgen. Boven de kassa hangt een display met de buitentemperatuur. Er loopt een tekst onder met een pesterig ‘U bent toch niets vergeten?’

Ik heb ooit geleerd van een yogajuf me niet te verzetten tegen hitte en dat werkt heel goed. Ik heb het nooit té warm, ik heb het gewoon warm. Langzaam loop ik met mijn tas met sinaasappelen door de verlaten straten tot ik een klein steegje insla in een flattenwijk. Er lopen drie jongetjes voor me uit, af en toe bonken ze tegen elkaar aan, de kleinste schopt tegen een afvalbak. Vast drie broertjes, zo te zien hebben ze niet echt een bestemming. Ik wil ze meenemen naar de Parade waar ik zo met dochter B naartoe ga, maar ik ken ze niet en hopelijk zijn hun ouders niet bereid ze aan mij mee te geven.

De meisjes bij de ingang van de Parade hebben vast les gehad bij mijn yogajuf, ze zijn relaxed, ze zijn blij dat we er zijn. De spelers houden het publiek zo lang mogelijk buiten hun tent en zijn eerlijk over de reden.

‘U denkt dat u het nú warm heeft…’

Bij het kleine stukje water in het Museumpark liggen kokosmatten, vastgeprikt aan het gras met een tentharing, bedoeld voor het Paradepubliek om op te liggen. B en ik maken er gebruik van na de eerste voorstelling, gevolgd door een foodtruckmaaltijd met flatbread. Hier is het heerlijk koel, de moeten in onze rug nemen we voor lief. We komen bij vóór de show van Ellen ten Damme en dat blijkt maar goed ook. Ellen met haar band houdt het publiek stevig in de houdgreep met keihard gezongen Arabisch-Franse songs in een steeds exotischer outfit. In dertig minuten ondergaan we de veertien spannendste sprookjes uit duizend-en-een-nacht.

Na Ellen moeten we echt weer terug naar de kokosmat, haar energie verplettert. We dansen de avond uit in de silent disco en wandelen dan rustig terug naar Centraal Station. Onze trein blijkt aan het begin van het perron te stationeren in plaats van het eind waar wij hem verwachten. We moeten heel hard hollen om hem te halen. Rechts naast ons zien we een kleine bruine muis, hij rent keihard met ons mee in dezelfde richting. We gaan even hard, ik, B en de muis, het is alsof we een wedstrijd doen. Het lijkt of de muis met ons mee de trein inspringt, maar net op tijd bedenkt hij zich en verdwijnt in een donker gat onder het perron. Vast heerlijk koel daar.

Niemand houdt van Rita

Niemand houdt van Rita

Niemand houdt van Rita. Er is wel van haar gehouden, ooit, door een succesvol zakenman, maar die is jaren geleden wezen hemelen en niet meer teruggekeerd. Rita deelt lakens uit als niemand die meer verwacht. Als ze nodig is, is ze onvindbaar. Als de kunstenaars net klaar zijn met loodzware sokkels sjouwen, plaggen uitsteken, op de knieen in het natte gras met waterpassen meten om hun beelden wiebelvrij te krijgen, is ze er opeens. Met een hoge, geaffecteerde stem roept ze vanaf het terras van landgoed Duin en Kruidberg haar instructies.

‘Niet dáár, verder naar achter, ik wil het verder naar achter!’, schalt het over de lelievijver.

Rita organiseert de zomerbeeldententoonstelling hier al tien jaar, toch weten de meeste kunstenaars nog steeds niet hoe ze met haar moeten dealen. Als ik met mijn echtgenoot-kunstenaar G een rondje maak door het park, worden we overal aangeklampt door zijn collega’s. Ze moeten allemaal hun verhaal kwijt. Over hoe zwaar het wel niet is, hoe veeleisend Rita is, hoe pessimistisch hun inschattingen zijn over de jatkans van hun onverzekerde kunst. Ze doen besmuikt Rita’s accent na, de een nog hoger dan de ander.

Iemand vraagt me welke beelden van mij zijn. Ik beken dat ik alleen maar méé ben, voor de gezelligheid. Ik sjouw een beetje met stoeptegels, maar veel stelt het niet voor, het is G die steekt en meet, ik mag wel de sokkels afsoppen. Als Rita langskomt en in het voorbijgaan G vertelt dat zijn beeld scheef staat, kan ik me er nog net tussengooien.

Het werk is gedaan, G’s beelden staan. We hebben honger, maar vandaag kan er niet buiten gelunched worden op het landgoed. Ik ga naar binnen voor polshoogte en daal de keldertrap af waaronder de raamloze eetzaal is ingericht of het een winterse avond is. Het haardvuur en de kaarsen zijn aan, er staat wildschotel op de kaart, de twintig zorgvuldig gestylede vriendinnen zitten aan de lange tafel met bontjes om de schouders. Ze weten niet dat de zon weer schijnt, maar wij weten het wel en verlaten het landgoed op zoek naar een gelegenheid waar we wel buiten mogen eten.

We vinden het onmiddellijk, want direct links, aan het begin van natuurgebied Zuid-Kennemerland ligt Hoeve Duin en Kruidberg met uitspanning Eigenwijs. Vier lieve blonde juffrouwen werken met een taakverdeling die duidelijk niet is afgestemd op de individuele talenten. Juffrouw Greetje komt telkenmale met een dienblad met gerechten het terras op en kijkt dan hulpbehoevend om zich heen. Ze trippelt een stukje naar links, dan naar rechts, net zolang tot iemand roept: ´Nou, geef dan maar hier!’

G dacht dat de bolle man met baard links op het terras óók een uitsmijter had besteld, maar nu, na tien minuten, mijn broodje kaas het terras opkomt in combinatie met een portie bitterballen blijken alle bestellingen door elkaar gehaald. De man met de baard heeft G’s uitsmijter al op, gelukkig heeft zijn vrouw wel trek in de bitterballen. Ik krijg mijn rechtmatige broodje en voor G worden nieuwe eitjes in de pan gedaan. Juffrouw Greetje leert niet van haar fouten, wij zien nog minstens drie herhalingen van het ritueel met de onvermijdelijke misserveringen. Gelukkig zit ze er totaal niet mee. Tussendoor roept ze dat ze blij is dat het niet zo vol is vandaag en slaat zich bijna op de knieën van het lachen.

Ik kom eindelijk toe aan het foldertje dat ik heb meegepakt van de toonbank. Je kan je inschrijven voor twee typen wandelingen: de bewuste wandeling en de blotevoetenwandeling, beide onder leiding van een ervaren wandelcoach die je leert hoe je meer van de natuur kunt genieten door langzaam en bewust te lopen. Na afloop kun je sereen neerstrijken op het terras van Eigenwijs en krijg je een uitsmijter of een broodje naar keuze. Als juffrouw Greetje dienst heeft valt dat nog te bezien, maar na zo’n wandeling maak je je waarschijnlijk nergens meer druk om. Ik wil me onmiddellijk inschrijven, maar zie dat de data al allemaal zijn verstreken. Als ik me wil beklagen bij G gaat zijn mobiel. Het is Rita, dat het beeld nog steeds scheef staat (misschien had ze haar parelketting er tegenaan gehangen), of hij direct terug wil komen.