Daar is ie, de bus van PostNL! De straat voor ons huis is gestript wegens aankomende nieuwe steentjes. We zijn slecht bereikbaar en de postman staat aan de andere kant van het zand. Ik steek over om hem van mijn pakje te verlossen. Postman gromt als ik hem groet: hij heeft een takkenhumeur, vermoedelijk door al de versperringen in onze buurt. Míj steekt hij niet aan, ik verheug me te erg op de inhoud van mijn pakketje. Daarin zit de ultieme oplossing voor mijn rare tenen die zich groot maken na een paar kilometer en zo van elke schoen een voetengevangenis maken. Schoenen en ik zijn altijd een slechte combi geweest. Nooit in mijn leven had ik schoenen waar ik echt lekker op liep. Gedurende mijn middelbare schooltijd liep ik, binnen én buiten, het hele jaar rond, op blote voeten. Op mijn eerste school werden leraren daar zenuwachtig van. De Friese wiskundeleraar verbood het mij zelfs, speciaal voor hem nam ik klompen mee. Mijn voeten hadden in die tijd weliswaar pikzwarte onderkanten, maar waren kerngezond met een boog bol als Brooklyn Bridge.
De ellende begon in mijn studietijd, toen ik uiterlijkheden belangrijk begon te vinden, daarom mijn voeten van hun vrijheid beroofde en blootstelde aan hooggehakte martelwerktuigen. Opeens zagen ze geen daglicht meer, werden de tenen dicht tegen elkaar aangeperst in claustrofobische ruimtes zonder zuurstof. Protesten zoals blaren werden door mij genegeerd (´wie mooi wil zijn moet pijn lijden’). De slechte behandeling heeft zo’n veertig jaar geduurd. Nu wil ik het graag goedmaken, maar dat valt nog niet mee. Vele schoenenwinkels bezocht ik en deed miskoop na miskoop. Schoenen die in de winkel zo lekker zaten dat ik telkenmale dacht dit keer echt het ei te hebben gevonden om vervolgens steeds dezelfde treurige conclusie te moeten trekken.
Thuis heb ik nu een slechte naam (‘Imelda’), onder de kapstok groeit de stapel miskopen als bewijs. Aan al deze ellende komt nu een einde, dankzij de schoenen in deze doos die ik zometeen met trillende vingers ga openen. In deze doos zitten namelijk blote voeten schoenen! Dungezoolde schoenen die je laten voelen of je op blote voeten loopt, waarin alle ruimte is voor kweltenen omdat de schoenen de vorm van natuurlijke voeten hebben. Gemaakt van heerlijk zacht leer, zoals duidelijk te zien op de foto’s van de webwinkel. Ik reken op een herbeleving van de plezierige kanten van mijn middelbare schooltijd zonder dat iemand er aanstoot aan kan nemen. Joehoe, laat het feest beginnen!
Er is een nieuw, roze varkentje in het weilandje bij de kinderboerderij, om op te vreten. De kale schapen krijgen weer wat krulletjes en de koeien hebben het op hun heupen. Dit jaar is het vee uitgebreid met een Lakenveldertje die de rest loopt op te stoken. Ze loeien me na als ik voorbij loop. Ik hoor ze wel, maar doe net of ik ze niet versta. ‘Boeeeeee, waar zijn ze nou, die blote voeten schoenen waar je zo over liep op te scheppen? Boeeeeee!’ Ik wandel stug door op mijn krappe Ecco’s en negeer de tintelingen in mijn tenen. De geitjes beginnen mee te mekkeren, maar ook zij kunnen niet op antwoord rekenen vandaag. Ik moet het eerst nog zelf verwerken.
Op mijn laatste tenen haal ik het bankje voor de molen en laat me vallen. Ik haal een paar keer diep adem en laat dan opnieuw de diepe teleurstelling toe. Met hulp van mijn geestesoog beleef ik het trauma opnieuw: hoe ik de doos open en hoe de schoenen van tuigleer blikken te zijn, hoe ik er niet inom, ook niet met een lepel, hoe levensgezel er aan te pas moet komen en hoe het lopen, als ze eindelijk onder mijn voeten zitten, meteen al tegenvalt.
Ik open mijn ogen en schop mijn sandalen uit. Ik til mijn benen op en laat mijn blote zolen zien aan de dieren van de kinderboerderij. ‘Ik draag dezelfde schoenen als jullie, zien jullie wel?’ Ze vinden het machtig mooi. Ik ook.