‘The immigrants can go to France and perhaps to Italy if it’s not yet full.’ De jonge Brexiteer plukt aan zijn grijze joggingpak als hij antwoord geeft op mijn vraag waar de vluchtelingen dán naartoe moeten. Hij ha0 er nog niet eerder over nagedacht, geeft hij ruiterlijk toe. En ik geef ruiterlijk toe dat het makkelijk is dit soort vragen te verzinnen voor mijn gesprekspartner die duidelijk gewend is zaken te beschouwen vanuit slechts één perspectief.
We zijn uitgenodigd op de thee op het grasveld voor het House of Parliament. Een handvol voorstanders van de afscheiding wil graag in gesprek met andersdenkenden. Ze hebben drie kinderen bij zich die crumpets besmeren en kopjes inschenken. B en G gaan in gesprek met de hoofdronselaar. Ik zit op het gras naast Albert, die me vertelt dat hij de controle weer terug wil krijgen en zelf wil bepalen wie de UK ín mag. Dat zijn alleen mensen die de juiste skills hebben om iets toe te voegen aan hun economie. Als de Brexit achter de rug is, wil hij best doorgaan met het adviseren van de EU en het exporteren van producten die het vasteland niet zelf kan maken. Een gevoelige jongen, Albert. Hij is oprecht geschokt dat hij en zijn gelijkgestemden door de media wordt neergezet als een racist en antidemocraat.
We willen de discussie graag afsluiten met een ‘agree that we disagree’, maar dan slaat de stemming om. Er is een fanatieke dame bij die buitengewoon teleurgesteld is dat ze ons niet heeft overtuigd dat de EU ondemocratisch is. Ze beticht ons van kortzichtigheid, gebrek aan intelligentie en tekort aan kennis. B maakt er korte metten mee.
We gaan door met onze geplande sightseeing langs Westminster Abbey waar Harry niet met Meghan wilde trouwen, het plein van de Dean waar we de kauwgom uit de mond moeten halen, de Big Ben die zo stevig is ingepakt dat we niet kunnen zien hoe laat het is, het parlementsgebouw waar de members het volk inspireren met verheffende discussies, Buckingham Palace waar Elisabeth niet thuis geeft, Piccadilly Circus waar uitbundige vrouwen op een bachelor party dansen in een dakloze dubbeldekker, Trafalgar Square waar bordjes laten zien hoe je het beste van de leeuw kunt afvallen. En overal op straat wordt muziek gemaakt, toegankelijk en van hoge kwaliteit.
We hebben een ruime chill nodig voor dit alles en huren een gestreepte ligstoel in St. Jamespark. Gek, met het verstrijken van de tijd worden steden in mijn gedachten steeds kleiner tot ze gekrompen zijn tot een Nederlands formaat. De grandeur van Londen overweldigt me daarom alsof ik hier voor de eerste keer ben. Al die immense gebouwen, de bronzen beelden voor al die Britse helden, de brede lanen en uitgestrekte pleinen. Wat wonen wij zelf eigenlijk in een petieterig frummellandje. Zelfs Rotterdam biedt slechts een fractie van waar hier maar geen einde aan lijkt te komen: ruimte, lef en grote hoeveelheden oud geld.
We hebben nog anderhalf uur voordat de National Gallery sluit, we moeten keuzes maken. We gaan vastbesloten voor de Engelse Turner en zijn landgenoten, onze eigen meesters hebben we vorige week nog in Den Haag gezien. We doen ons best, maar na een half uur kijken we zenuwachtig op onze horloge. Ze hadden toch Rembrandts, Halzen en Vermeren hangen? Snuffelend als Engelse whippets gaan we op zoek naar de echte werken. In zaal 16 kunnen weer gerust ademhalen bij de portretten van Saskia en Hendrickje Stoffels. In sommige opzichten is ons pieplandje superieur en al gaat het om glorie uit het verre verleden, dat vind ik toch lekker.
De avond is voor Soho waar de hipste vrouwen lange jurken dragen, moslim families zich laten vervoeren in glitter-riksha’s met keiharde discomuziek, het percentage lgbtq-kroegen nog hoger is dan in Brighton. Het is prachtig weer, iedereen die niet naar het theater gaat staat buiten op straat met een glas in zijn hand. Vanavond krijg ik mijn Indiase thali waar ik al dagen trek in heb. B en G vergapen zich voor de Harry Potterwinkel met originele brieven geadresseerd aan de Ligusterlaan nummer vier, kamer onder de trap. Op het vrouwentoilet wordt ik op het verkeerde been gezet door de reclame voor ‘Giggle knickers’, maar het gaat om een uitkomst voor vrouwen met verslapte blaasspieren.
Het fijne van reizen in een ander land is dat we elkaar in de eigen taal op van alles kunnen attenderen. Soms, als het Engelse woord te veel op die van ons lijkt, spel ik het voor de zekerheid uit. In de metro naar huis, (mijn lievelingslijn, de Jubilee), vraag ik aan B : ‘Heb je de look-alike van de jonge P A U L M C C A R T N E Y gezien?’
‘Dank u, mevrouw’, zegt de jongeman naast haar. Hij spert zijn ogen nog verder open en speelt even luchtbas. We moeten dan nog drie haltes met hem reizen voor hij uitstapt bij Finchley road, net als wij.
Verleden glorie.
Glanst nog steeds.