‘d’Ora a importunaaaaaare!’

Ik vlieg van het puntje van mijn stoel weer terug naar de rugleuning. Na een paar nummers uit la Bohème krijg ik door dat ik me schrap moet zetten bij de slotakkoorden. Dat zijn de momenten dat de vocalisten er nog een paar scheppen bovenop doen en dat moet je als toeschouwer wel weten te handelen. Als volstrekt ongeoefend opera-luisteraar is het sowieso aanpoten bij dit potpourri concert in de Salón Dorado in het Teatro Colón. De vocalisten zetten op voor mij onlogische momenten in, het klinkt alsof de begeleidend pianist er als de sodemieter een hoop noten bij moet frommelen om zometeen, als alle teksten achter de rug zijn, een béétje samen te eindigen. Bij een van de nummers uit Ariadne en Naxos kwam daar niets van terecht. De tenor en de sopraan verlieten zelfs met gebogen hoofd de zaal terwijl de pianist nog minstens drie bladzijden moest spelen. Ze kwamen terug voor het applaus, dat dan weer wel. 

Vriendin F en collega B luisteren eveneens zelden naar opera, ook zij vinden het maar bij vlagen mooi. We zijn blij dat we geweest zijn, en we vinden het niet erg dat het nu is afgelopen. We hebben nog een klusje. Doen alsof we verdwaald zijn om zo per ongeluk in de grote concertzaal een kijkje te kunnen nemen. Het lukt bijna. Ik kan twee stappen in de zaal zetten en één seconde kijken voor een indrukwekkende hombre securitas me duidelijk maakt dat ik direct om moet keren. De verdwaalsmoes probeer ik niet eens, we weten allebei dat ik twee keer een gesloten gordijn heb opgetild om hier te kunnen staan. De glimp doet me nu wel verlangen naar een concert in de grote zaal. Al is dat opera.

De KLM vliegt elke dag één keer van Schiphol naar Buenos Aires en ook elke dag één keer terug. Dat betekent dat er dagelijks een nieuwe KLM ploeg bij komt in hotel Emparador en ook dat er elke dag een ploeg vertrekt. Tijdens het ontbijt treffen de collega’s elkaar die op dat moment in the house zijn. Dan worden tips uitgewisseld over leuke restaurants, nail studio’s, dansclubs, musea, tours. De nieuwe ploeg wordt begroet, de vertrekkende wordt uitgewoven. Het is één groot sociaal kippenhok waar ik middenin zit en waar het tot me doordringt wat het betekent om lid te zijn van de blauwe familie. Het gemeenschappelijke wordt gevierd, de verschillen gerespecteerd. De ooms en tantes van de familie staan vroeg op, trekken baantjes in het zwembad voor het ontbijt, genieten overdag van de stad en gaan bijtijds naar bed. De jongere familieleden rekken zo snel mogelijk hun leefritme op zodat ze fit zijn voor het uitbundige nachtleven. Tijdens de vlucht zijn wij, companions, nog passagiers, maar direct daarna worden we door de familie liefdevol opgenomen of we verloren gewaande achternichtjes zijn. Ik vaar er wel bij.

Deze ochtend verzamelen we specifieke tips bij het ontbijt, want ons thema voor vandaag is cultuur. Keus te over in Buenos Aires. Argentinië is op belangrijke punten een uiterst beschaafd land: voor de eigen bevolking zijn gezondheidszorg, educatie en cultuur gratis. Men maakt er gebruik van, in de musea zien we veel ijverige leraren uitleg geven bij de kunstwerken. Er wordt opvallend weinig gekeet door de leerlingen in de puberleeftijd. Mogelijk krijgen ze lijfstraffen als ze zich niet gedragen, maar ik krijg de stellige indruk dat hun interesse oprecht is. 

We nemen uitgebreid de tijd voor het Museo Nacional de Bellas Artes met topstukken van Europese en Argentijnse kunstenaars. Barok, impressionisme, maar ook hedendaagse kunst. Mooie werken van Rodin, Gaugain, zelfs een Rembrandt, maar we besteden vooral aandacht aan de Argentijnse kunstenaars. Ik houd van het werk van Antonio Berni. Meer van hem is te zien in Museo Malba waar de expositie van Leandro Erlich afloopt, daarom is er een enorme rij voor de kassa. Later blijkt dat we mazzel hebben gehad met ons tijdstip, als we het Malba verlaten is het begin van de rij een heel stuk de Avenida Alcortes opgegroeid, ik schat dat deze mensen zeker anderhalf uur moeten wachten. 

We zijn visueel verzadigd en hebben kramp in de kuiten. Vóór het Teatro Colón is er een parkje met fontein en grasheuveltje, we hebben nog een uurtje voor het concert begint. Daar liggen we dan naast een dakloze familie met kleine kinderen. Hun bezittingen zitten in een klein karretje, afgedekt met een grijze plastic zak. Ze hebben net de was gedaan in het groene water van de fontein, kleurige kinderkleertjes liggen te drogen op de witte stenen. Moeder doet een middagdutje, vader vraagt of hij wat van onze cola mag. Wij gaan zo naar de opera, zij moeten hun gezin in leven zien te houden. Hier kan ik mijn ogen niet voor sluiten al heb ik ze dicht.

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

4 reacties

Laat een reactie achter