‘De kunst is om de energie te vinden alsof je het voor de eerste keer doet.’ 

Job, ooit directeur van het Nederlands Bureau voor Toerisme, verhuisde twaalf jaar geleden naar Buenos Aires vanwege de liefde. Job heeft alle tijd gehad zijn one man show voor Nederlandse toeristen tot in de puntjes te perfectioneren. Hij heeft die tijd benut, hij vindt die energie, Job is een vakman. Met tien andere Nederlanders fietsen we zes uur lang graag achter hem aan door Buenos Aires. Bij elk hoogtepunt stappen we af om met vol gewicht aan Job’s lippen te hangen. Zijn verhalen zijn doorspekt met turn-arounds, cliff hangers en quiz-vragen. Job maakt ze af met mooie Argentijnse handgebaren waar hij alles mee kan uitbeelden: tangodansers, Belgische kasseien, Messi die wordt ingespoten met groeihormonen, zwangere vrouwen, de dode Evita waar drieëntwintig jaar mee gezeuld is voor haar gebalsemde lijk eindelijk weer welkom was in Argentinië en kon worden bijgezet in het familiegraf van de Duartes. De handgebaren komen trouwens van de Italianen die zo bepalend zijn geweest voor de culturele ontwikkeling van Buenos Aires. De stad dankt hier de pizza’s, de ijsjes en de corruptie aan, naast de moeder-verering en het levendige gesprek. 

Job mat ons af, we fietsen van de plaza de Mayo naar de haven met de eendenbekbrug en de Engelse pakhuizen, langs de Nederlandse ambassade die we nu uit kostenoverwegingen delen met die van de Belgen, langs het Nederlandse plein waar het beeld van het blije meisje is gejat, maar Anne Frank nog staat. Via San Telmo fietsen we naar de wijk La Boca waar al die arme Italianen anderhalve eeuw geleden in huisjes van havenafval en golfplaten warm probeerden te blijven. Hun leven veranderde nadat een kunstzinnige havenarbeider op het idee kwam de krotten in felle kleuren te schilderen. Het bracht indertijd al de hoop en levenslust terug bij de bewoners van La Boca, nu komen er dagelijks honderden toeristen voor langs om plaatjes te schieten. 

We fietsen verder naar La Bombonera, het voetbalstadion waar Maradonna groot is geworden. Job denkt dat zijn voetbaltalent niet kon tippen aan dat van Messi, maar Messi had geen hand van God om de bepalende goals te maken in de WK-wedstrijd tegen Engeland nadat Argentinië net de Falkland oorlog had verloren. Met deze heldendaad verzekerde Maradonna zichzelf in 1986 van eeuwige roem.

Onze tocht met Job zit er op, verbrand en moe slepen we ons terug naar het hotel voor een oplaadchill. F’s Belgische collega A danst tango vanavond op de Avenida Florida, dat willen we zien. Voor de beste tango hoef je niet perse naar een dure tent. Bij de show op straat participeren dansers uit de top van de wereld omdat de pet ze meer oplevert dan het vaste salaris van het Teatro. 

A’s bestaan draait om de tango. Iedere maand vraagt ze een reis aan naar deze stad en neemt dan elke dag les. F en ik krijgen een plastic krukje, we zitten eerste rij voor de tangoshow. Een voor een vertonen de paren hun kunsten. De danseressen laten onmogelijke splits en achteroverbuigingen zien. De dansers tillen ze hoog op en zwieren ze over de hoofden van het publiek dat voortdurend wordt aangemoedigd te applaudisseren. Qua niveau hoort A er eigenlijk niet bij, ze kijkt ook niet boos genoeg voor de tango, toch mag ze af en toe een paar passen dansen. De danspartners van vanavond kennen haar niet en durven haar niet te laten vliegen. Al vindt A dat jammer, ze lacht de hele tijd. 

Als het gezelschap fotoshoots gaat maken met mensen uit het publiek stappen we maar eens op. We nemen een taxi naar het vegan restaurant Largo in de volkswijk Palermo, F spreekt uitstekend Spaans, ze checkt de uitspraken van Job vandaag over de buitensporige inflatie en de onvermijdbare linkse overwinning aanstaande zondag bij de taxichauffeur. Job heeft niet overdreven. 

Het hippe Largo is een tip van een passagier op de heenweg. Haar dochter is model en is blijven plakken aan een steenrijke, verliefde Argentijn. De moeder bezoekt haar dochter jaarlijks en weet inmiddels de beste plekjes van de stad. Ook zij heeft niet overdreven, de hapjes in Largo zijn verrukkelijk. We komen de passagier dan ook weer tegen met haar familie. De Argentijnse schoonzoon is nou ook weer niet zo verliefd dat hij vergeet met ons te flirten.

We willen de avond afmaken met een mooie wandeling. Een zoete geur achtervolgt ons, ook als we een heel stuk verder zijn gelopen  en de hoek omslaan. Het moet wel van de paarse bloemetjes komen aan de platanen langs de stoep, maar we willen bewijzen. De bloemetjes hangen net te hoog. Ik spring en spring en ruk heel wat groen van de takken, maar geen bloemetjes. F slaat met haar tas in de lucht, maar ook deze tactiek geeft geen succes. Als er al boefjes zijn die overwegen ons te beroven, dan denk ik dat ze het maar laten. Niemand valt ons lastig in de donkere straten van Palermo. 

Terug in hotel Emperador zien we A in de bar zitten in haar dansjurk. Haar lach heeft haar niet verlaten al is ze moederziel alleen. We gaan nog even bij haar zitten. Ze is blij met mijn filmpjes, ze wordt niet vaak vastgelegd. We vragen of een van de danspartners haar nog heeft laten vliegen. Ze schudt haar hoofd, de lach is heel even weg. Zeg ik toch bijna ‘Kop op, maandagavond mag je weer veertien uur.’

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

4 reacties

  1. Hi! Do you use Twitter? I’d like to follow you if that would be ok.
    I’m undoubtedly enjoying your blog and look forward to new posts.

Laat een reactie achter