Mijn moeder heeft er genoeg van. De kleine steenuiltjes van stichting Happy Wings kon ze nog waarderen, maar nu er een grote oehoe los rondvliegt in het restaurant van verzorgingstehuis Oostduin wil ze weg en wel onmiddellijk. De opeengepakte bejaarden met activiteitenbegeleiders en mantelzorgers versperren elke mogelijke doorgang, maar mijn moeders vastberadenheid heeft haar leven lang haar paden geëffend, dat is vandaag niet anders. Ze prikt haar rollator naar voren en baant zich een weg. Ik kan niet anders doen dan haar volgen. De activiteitenbegeleidsters moedigen me daarin aan, ze kennen mijn moeder goed.

Er staan veel beesten en kinderen op het programma van Oostduin. In de zomer gebruiken ze voor de talloze happenings veelal de parkachtige tuin, in de andere seizoenen is er het restaurant. Mijn moeder is meer van de kinderen. Babies, peuters, basisschoolleerlingen, ze vindt ze allemaal lief. Haar afwezige geheugen, de gebrekkige taal die ze nog ter beschikking heeft staan haar nooit in de weg contact te maken met kinderen. Lachend gaat ze erop af en zegt ze gedag. Op hun reacties blijft ze nog wel een uur lang vrolijk. 

Ik ga wel eens mee op een bejaardenuitje als begeleider van mijn moeder. Dagtochten waarbij een rustige geest een belangrijke kwaliteit is om zo’n dag goed door te komen. Dertig bejaarden in hun rolstoel een bus íntakelen kost anderhalf uur, uíttakelen zeker niet minder. Dat komt door de onrust bij de bejaarden als de bus stopt, dan willen ze er allemaal tegelijkertijd uit. De eerste activiteit na de logistieke operatie op plaats van bestemming, bestaat uit koffie drinken en appeltaart eten. Typisch Nederlands en dat krijg je er niet uit. Tijdens de evaluatie na mijn eerste uitje suggereerde ik dit onderdeel te schrappen of op een ander moment op de dag te doen. Alsof ik had voorgesteld iedereen om te brengen, zo ontzet waren de reacties. Mijn voorstel haalde het niet. Voor mij persoonlijk geen probleem, mijn moeder gaat toch wel aan de wandel wanneer het haar belieft, maar veel van haar collega-bewoners zijn minder mondig en die moeten dus het verplichte nummer uitzitten voor ze eindelijk naar iets interessants gerold worden. Misschien heb ik het mis en projecteer ik mijn eigen behoeften te veel op ouderen die zichzelf helaas niet goed meer kunnen uitdrukken.

De uitjes zijn niet alleen bedoeld voor de bejaarden, het is ook duidelijk dat de mantelzorgers en vrijwilligers genieten van het contact met elkaar. Sommigen hebben behoefte aan humor, begrip, steun, herkenning en sommigen willen graag applaus voor hun engelengeduld en hun inspanningen. Van degenen die ze verzorgen krijgen ze dat niet altijd meer, mantelzorgers regelen dat daarom onderling. Ik leer mensen kennen die al jaren de partner van hun overleden moeder blijven bezoeken omdat die verder niemand anders heeft. Ik maak kennis met een man die hier voor zijn schoonmoeder komt omdat zijn vrouw niet met haar moeder kan opschieten. Ik ontmoet twee zussen die hier al twintig jaar komen, eerst voor moeder, nu voor vader. Ik hoor de achtergrond van de medebewoners van mijn moeder, wat ze vroeger voor werk deden, wat voor mensen het waren. Bij de meesten blijft de essentie lang overeind, net als bij mijn moeder. Ze wil graag dat iedereen het naar zijn zin heeft, daar spant ze zich nog steeds voor in en, hoewel ze de meeste gedachten onmiddellijk weer kwijt is, vergeet ze hierbij niet zichzelf. Goed zo, mam, houd dat vol, ik volg je wel.

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

8 reacties

  1. Wat heb je dit mooi geschreven en wat fijn dat je er nog zo voor je moeder kan zijn

Laat een reactie achter