Ik tel de kledingstukken aan mijn verrijdbare garderoberek, het zijn er twintig. 

‘Ich habe viel zuviel Stücke hänge.’, zeg ik tegen de verkoopster met het opgebolde haar in Outlet Factory Marc Cain in Bodelshausen. Mijn Duits is altijd beroerd geweest. Op het hoogtepunt van mijn puberrecalcitrantie kreeg ik deze mooie taal voor het eerst aangeboden. Al tijdens les één presenteerde de docente de bekende rijtjes voorzetsels als huiswerk, het startschot voor een diepgeworteld verzet waar ik nooit helemaal overheen ben gegroeid. Ik heb me staande gehouden tijdens de spaarzame ontmoetingen met Duitstaligen door Nederlands te verduitsen en het verbuigen geheel achterwege te laten. Ik voel me lui en dom als ik dat doe, maar een mens moet zich soms door het leven ploegen. Met perfect gestylede nagels pakt de juffrouw van Marc Cain vijf stukken van me over en gaat me voor naar de paskamers. 

Mijn vriendin F houdt niet van winkelen, maar wel van comfortabele, mooie kleren. Daarom maakt zij elke twee jaar een winkelreis naar Duitsland, altijd naar dezelfde plek waarvan ze zeker weet dat ze slaagt. Ze koopt zoveel in dat ze verder nergens meer heen hoeft. Dit jaar ga ik voor het eerst met haar mee. F is zo geroutineerd op deze trip dat ik niets hoef te regelen of te verzinnen. We staan op de lijst voor IPB tickets naar Stuttgart, er staat een Fiat Panda klaar van budgetverhuur, er is een kamer geboekt in hotel Rössle in Trochelfingen. We hebben heel wat tripjes gemaakt, F en ik, soms met zijn tweeën, soms met meer. De eerste keer, zo rond de tijd van de eerste Duitse les, gingen F en ik op tienertoer. Met een klein koffertje reisden we voor zestig gulden een week lang heel Nederland door met de trein. We logeerden bij hippe ooms in Amsterdam en Maastricht, bij stokoude vrienden van mijn grootouders in Appelscha waar we geen kelkje jenever kregen aangeboden en daarom ‘s nachts het raam uitklommen om bij de plaatselijke snackbar iets te bekomen voor onze jeugdige drankzucht. De zestig gulden hebben we er dik uitgereisd, we kregen de smaak te pakken en zijn gemakshalve allebei in de openbaar vervoer sector gaan werken. 

Het winkelen is klaar, de Panda zit vol, de outlet gaat sluiten, tijd voor de verkenning van dit voormalige textielindustriegebied, zeg maar het Twente van Duitsland. Panda brengt ons over de heuvels, langs een fraai kasteel naar Trochelfingen. Het blijkt een goed bijgehouden Schwaabs dorp met witte kerkjes en geinige doorkijkjes, maar we zijn er snel mee klaar. Ook aan de Duitse maaltijd met Kartoffelnsalat in de Albguell brouwerij komt een keer een einde. Het is nog te vroeg voor de bedstee, we speuren naar een kroeg.

In de Greifen bar treffen we slecht twee mensen, de keurige eigenaar en een beschonken klant die er op staat dat F en ik Russinnen zijn. Er hangt een groot scherm waar sportbeelden elkaar afwisselen. Een mannenkroeg, hoe gaan we de aansluiting vinden? Als F voorstelt te beginnen over ‘74 gaat mijn hart gaat sneller kloppen. Ze heeft gelijk, het is helend voor de ziel om het er af en toe over te hebben, over ons nationaal drama die plaatsvond niet lang voor onze tienertoer. Ik trap ons therapeutische gesprek af:

‘Und haben Sie gute Erinnerungen an neunsehn fierundziebzich?’

De eigenaar moet opeens glazen spoelen, de dronken klant is plotseling geïnteresseerd in het basketbal op het scherm. F’s Duits is veel beter, ze neemt het van me over. Als F twintig zinnen met correcte naamvallen heeft gewijd aan ons collectieve taboe en er nog steeds nauwelijks respons komt, geeft ze het op. De mannen voelen zich een beetje schuldig over hun beperkte reacties. Ze bekennen dat 1974 heel erg lang geleden is, en ging het over voetbal? Daar hebben ze niks mee. Misschien is dit een standaardreactie hier als buitenlanders met jaartallen aankomen, zeggen dat je er niks mee hebt. F en ik wrijven eens over onze nieuwe Marc Cain broeken, trommelen op de bar en vragen de rekening.

https://www.marc-cain.com/

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

8 reacties

  1. Hey Ursula. Prachtig toch. Duits op school? Ik hield ervan. Maar hield het geheim. Mocht Sehnsucht, Der leiden des jongen Werther. Schiller en Goethe. Alles de kop in gedrukt, damals weisst du.. Hartelijke groet Maarten

  2. Nou, puntjes op de ä, Stücke wel met een hoofdletter, Serlie heeft je toch het een en ander geleerd… weer een mooi blog, keep them coming

  3. He Rudy! Dat is leuk. Was het Serlie, kort, donker haar? Ze gaf me een taak in de zomervakantie, dat heeft mijn liefde voor de taal niet bepaald aangewakkerd. Kon ze niet weten.

Laat een reactie achter