Ik heb G beloofd mijn kant op te ruimen van ons gemeenschappelijke bureau dat nog van zijn vader is geweest. Het houten blad is in de was gezet, de muur erachter is vers geschilderd, mijn slordige stapels passen daar niet meer bij. Als ik opschiet kan ik daar nog wat aan doen voor we naar Amsterdam gaan. Aan de ene kant is het louterend om dingen weg te gooien, maar ik word er ook mistroostig van. Neem nou  zo’n belastingaangifte, die kun je beschouwen als een samenvatting van het bestaan. Hup, daar laat ik zo een paar jaar van mijn leven verdwijnen in de prullenbak. Een map vol schrijfoefeningen, ooit hard aan gewerkt, weg ermee. De berg ongeopende giroafschriften, waarschijnlijk vol interessante transacties, ik zal er niet meer achter komen.

Traag door de weemoed stap ik naast G de auto in. We gaan een groot beeld wegbrengen naar ‘Kunstzalen A. Vecht’, de galerie van Constant Vecht in de Nieuwe Spiegelstraat. Ik houd van dit soort uitjes, er worden geen bijzondere eisen aan me gesteld, ik heb alle tijd om nog een beetje na te treuren en per slot wachten er nieuwe gebeurtenissen om mee te maken. G had me al een jaar geleden lekker gemaakt over Kunstzalen dat tot de nok toe gevuld is met objecten die Constant mooi vindt. Zijn smaak is erg breed. Hij houdt van Europese, maar ook van Aziatische kunst. Hij houdt van antiek, maar ook van het werk van artiesten die nog in leven zijn zoals bijvoorbeeld G. 

Als we de galerie binnenkomen zit Constant op zijn knieën op de grond en pakt een prachtige houten monnik in voor verzending.  Medewerkers van de universiteit van Groningen moeten vaststellen hoe oud het hout is. Het beeldje heet uit de middeleeuwen te komen, maar Constant vond het verhaal van de eigenaar bijna te mooi om waar te zijn. Hij is kunstliefhebber, maar op de eerste plaats ondernemer. 

Constant komt overeind en wijst de sokkel aan waar G zijn vrouwelijk naakt op mag zetten. We krijgen koffie en gaan rond het kleine tafeltje zitten. Constant praat over zijn opmerkelijke klanten, over wat hij zelf mooi vindt, over wat goede prijzen zijn, over hoe zelden vrouwelijk naakt verkocht wordt. Had dat nou eerder gezegd, Constant, dan hadden we wat anders meegebracht.

We hebben nog een missie vandaag: er zijn klachten gekomen van Landgoed Duin & Kruidberg waar G vier beelden heeft staan deze zomer. Organisator Rita, nog steeds bij niemand geliefd, had gebeld en bevolen dat de sokkels verzwaard moeten worden. Amsterdam verlaten in een auto is nog lastiger dan binnenkomen. Afgesloten straten worden niet doorgegeven, de routeplanner houdt er dus geen rekening mee. De borden beloven een omleiding die nooit komt. We komen tijdens onze pogingen tot ontsnapping steeds dezelfde medeweggebruikers tegen die net zo wanhopig rondcirkelen als wij. In onze laatste poging gaan we in de tegengestelde richting van die waar we naartoe moeten en dat levert na vele kilometers resultaat op. Aan het eind van de middag komen we aan bij het landgoed en vinden een van de sokkels en G’s roestende uil van elkaar gescheiden op de grond. Het beeld is duidelijk omgevallen, maar de omstandigheden kennen we niet. We delen onze fantasieën over de gebeurtenis. Ik denk aan een dronken opschepper die met vol gewicht tegen de uil heeft geleund.  G denkt aan een grote vrouw die met haar achterwerk het beeld heeft omgestiet. Typical. 

Ik ga op een van de loungestoelen op het terras zitten terwijl G de sokkels vult met grind. Ik zit hier heerlijk, het is prachtig weer, mijn cappuccino smaakt me goed. Ik kijk naar G die hard aan het werk is in de hitte en dan naar de luie, bruinverbrande klanten. Een vrouw die eruit ziet als een verbaasde bonbon is het niet eens met de geleverde bestelling. Ik heb medelijden met de lange ober op leeftijd en zijn vrouwelijke collega die zich rot lopen met zijn tweeën. Ik geloof niet dat er onder dit terraspubliek kunstkopers zitten. Wat dat betreft kunnen we de beelden beter bij Constant neerzetten, maar ze staan hier zo mooi in de zon, voor het landgoed waar alle klassieke bouwstijlen in verenigd zijn. Een belastingaangifte vat toch niet álles samen.

Gepubliceerd door ursulajager

Ursula Jager heeft wiskunde gestudeerd, 33 jaar als manager gewerkt bij veel verschillende bedrijven, heeft 4 kinderen en 2 kleinkinderen, is getrouwd met beeldhouwer Guido Sprenkels. Ursula schrijft en zingt.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

Laat een reactie achter